Incidentele bestedingsvoorstellen

Incidentele bestedingsvoorstellen

Als onderdeel van de Begroting 2020 zijn bestedingsvoorstellen met een (meerjarig) incidenteel effect opgenomen. Het financiële effect van deze bestedingsvoorstellen is in onderstaande tabel opgenomen. Onder de tabel wordt ook de toelichting op het bestedingsvoorstel getoond. De structurele bestedingsvoorstellen vindt u op de vorige webpagina.

Incidentele bestedingsvoorstellen

2020

2021

2022

2023

11. Regionale aanpak LHBTI

25.000

25.000

25.000

12. Versterken maatschappelijk voorveld

390.000

13. Sociaal Wijkteam

25.000

14, Herindicatie Topsegment Jeugd

30,000

15. Bijgestelde realisatie Tiem

82.000

      Dekking vanuit risicoreserve Tiem

-82.000

16. Veilig Thuis IJsselland

286.828

17. Opvang slachtoffers mensenhandel

184.796

      Dekking via rijksbijdrage

-184.796

18. Opvang uitgeprocedeerde asielzoekers (DATO)

120.000

113.000

      Dekking vanuit reserve nog uit te voeren werken sociaal / gf

-120.000

-113.000

19. Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI)

82.000

20. Digitale recherche

105.000

      Dekking via herprioritering budgetten

-20.000

21. Formatie sociale raadslieden

210.000

22. Verkorten doorlooptijden schulddienstverlening

75.000

23. Schulddienstverlening aan ondernemers

75.000

24. Beschermingsbewind

437.000

25. Voedselbank

20.000

      Dekking vanuit concernstelpost

-20.000

26. Erfgoedhotspot

225.000

27. Proeftuinen cultuur; hybride productiehuis

200.000

      Dekking via rijksbijdrage

-200.000

28. Programma Aanpak Stikstof

250.000

29. Wonen met zorg

400.000

400.000

30. Vitale wijken; blauw beheer (Katerveersluizen)

0

8.750

8.750

      Dekking via rijksbijdrage

0

8.750

8.750

31. Regie op ondergrondse infrastructuur

52.500

32. Afval

1.000.000

33. Energiecontroles Omgevingsdienst

70.000

85.000

34. 75 jaar vrijheid

50.000

35. Toegankelijkheid (gemeentelijke) stemlokalen

45.000

36. Informatievoorziening

416.500

      Dekking vanuit bedrijfsvoeringsreserve

-416.500

3.813.328

510.000

25.000

11. Regionale aanpak LHBTI (doel 1.1.2)

Voor het ontwikkelen van regionale aanpak LHBTI (Lesbisch-, Homo-, Bi-, Transgender, Intersekse-beleid) met de gemeenten Kampen, Dalfsen, Ommen, Hardenberg, Steenwijkerland en Zwolle is er de afgelopen periode veel afstemming geweest met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Vanuit het ministerie is een toezegging gedaan dat zij jaarlijks € 50.000 toekennen aan de centrumgemeente Zwolle als aanvullende decentralisatie uitkering regenboogaanpak voor de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022 (totaal € 200.000). Zwolle is daarmee - samen met regio Drechtsteden - de eerste die in samenwerking met het ministerie een regionale regenboogaanpak creëert.  Voor Zwolle is dit een kans omdat hiermee in de regio meer samenwerking tot stand kan komen die er nu niet is. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking tussen onderwijspartijen, zorginstellingen en gemeenten. Hiermee wordt op grotere schaal urgentie gecreëerd en praktisch aan de slag gegaan om acceptatie en bewustwording voor LHBTI personen te vergroten.
Voor toekenning van de aanvullende decentralisatie-uitkering is zoals gebruikelijk een eis voor cofinanciering. Een deel van deze cofinanciering komt vanuit de provincie Overijssel ( € 25.000 per jaar, totaal € 100.000). Daarna resteert er nog een bedrag van € 100.000 (€ 25.000 voor 2019 - 2022). Deze € 25.000 per jaar van de gemeente Zwolle wordt gebruikt om de huidige beleidscapaciteit uit te breiden met 0,2 fte voor lokale inzet.

Het effect op 2019 is verwerkt in de Berap 2019-2 (€ 25.000).
(zie ook doel 1.1.2)

12. Versterken maatschappelijk voorveld (doel 1.1.2, doel 1.2.2 en doel 2.1.2)

De afgelopen jaren is een aantal op zich zelf staande initiatieven gestart die in hoge mate bijdragen om het maatschappelijk voorveld te versterken. Deze initiatieven zijn (meerjarig) incidenteel gefinancierd tot en met 2019. Deze initiatieven sluiten nauw aan bij de lijn en leidende principes van de Hervormingsagenda (spoor 1 voorveld / collectiviseren) voor wat betreft het versterken en benutten van de rol van het voorveld en zijn dan ook onderdeel van de nadere uitwerking van dit spoor. Tot die tijd is het gewenst deze initiatieven voort te zetten om geen afbreuk te doen aan hetgeen is opgebouwd. Daar is voor 2020 budget voor nodig. In welke mate en op welke wijze deze initiatieven na 2020 worden voortgezet krijgt zijn beslag in uitwerking van de hervormingsagenda.

De initiatieven betreffen:

  • Opbouwwerk Travers ad. € 130.000
  • Sportparkmanagement ad. € 140.000
  • Goede dagen en perspectief ad. € 120.000

Opbouwwerk Travers
Opbouwwerk is enerzijds presentie-inzet, dat wil zeggen bekend en gekend worden binnen de lokale gemeenschap en zo relaties en netwerken op te bouwen. Anderzijds is het opgavengericht. Door bezuinigingen en inzet van opbouwwerk binnen de Sociale Wijkteams is de focus sterk komen te liggen op de opgavengerichte inzet. De presentie-inzet heeft hier onder geleden en dit heeft geleid tot afbreuk van netwerken en onbekendheid binnen en van netwerken in wijken. Voortzetting van de inzet van 2 Fte opbouwwerk is dan ook gewenst om de sociale netwerken van buurten en individuen te (blijven) versterken en om goede zorg dichtbij mensen te organiseren conform de leidende principes binnen de hervormingsagenda.
(zie ook doel 1.1.2)

Sportparkmanagement
Bij de vaststelling van het Actieplan Sport en Bewegen zijn meerjarig incidenteel middelen beschikbaar gesteld voor het inzetten van sportparkmanagement per 1 januari 2017. De inzet van sportparkmanagement had tot doel het genereren van economisch en / of maatschappelijk verdienvermogen van de sportverenigingen. Uitgangspunt was daarbij  dat de sportparkmanagers na 3 jaar zichzelf ook (deels) zouden terugverdienen en deze rol anders onder te brengen binnen de (structurele budgetten van de) buurtsportcoachregeling. Het terugverdienvermogen blijkt complex want elk sportpark / vereniging is anders met een eigen cultuur, dynamiek en ambitie en een periode van 3 jaar blijkt te kort om substantieel economisch verdienvermogen te realiseren, te meer daar de afgelopen periode vooral intensief is ingezet op het maatschappelijke verdienvermogen van de verenigingen. Onderbrengen van het sportparkmanagement in de regeling Buurtsportcoaches biedt vooralsnog onvoldoende mogelijkheden het sportparkmanagement in dezelfde omvang te continueren. In 2020 zal in het proces van de hervormingsagenda bezien worden hoe en op welke wijze de rol van het sportparkmanagement in het versterken van het voorveld zijn beslag gaat krijgen. Voor 2020 zijn daarom incidentele middelen benodigd.
(zie ook doel 1.2.2)

Goede dagen en perspectief
In 2019 is goede dagen en perspectief ingevoerd ter vervanging van de dagbesteding. Om inwoners te ondersteunen bij het vinden van plekken in het maatschappelijk voorveld heeft SamenZwolle in 2019 aanvullende middelen gekregen. In 2019 is ervaring opgedaan en de ervaringen worden meegenomen in de ontwikkelingen van spoor 1 van de hervormingsagenda (voorveld / collectiviseren). In 2020 wordt het contract eenmalig verlengd, zodat in 2021 kan worden gestart met het nieuwe aanbod. Hiertoe is in 2020 nog een bijdrage nodig om de inzet van Samen Zwolle voort te zetten; deze is in 2019 zeer effectief gebleken
(zie ook doel 2.1.2)

13. Sociaal Wijkteam (doel 2.1.1)

In het voorjaar 2020 staat de evaluatie van het Sociaal Wijkteam op de agenda. Dit is toegezegd aan uw raad. Voor deze evaluatie wordt een beroep gedaan op een externe partij. In de aanloop naar de evaluatie is het van belang inzicht te krijgen in de effectiviteit van de huidige manier van werken en daaraan gekoppeld ook inzicht in de richting waarin doorontwikkeld / vernieuwd moet worden. Ten behoeve van het inzicht wordt in 2019 een effectiviteits- of impactanalyse gemaakt van het Sociaal Wijkteam (€ 65.000) en in 2020 volgt de evaluatie (€ 25.000)
(zie ook doel 2.1.1)

14. Herindicatie Topsegment Jeugd (doel 2.1.1)

Naar aanleiding van het vraagstuk beheersbaarheid kosten Jeugdhulp is vanuit het RSJ een financiële analyse opgesteld. Uit deze analyse komt dat met name de kosten (stapeling) in het hoge ambulante segment toenemen en hoog zijn. Na duiding is hierbij een actie vanuit de lokale situatie in Zwolle bedacht.

In de toeleiding naar Jeugdhulp zijn naast het Sociaal Wijkteam verschillende wettelijke verwijzers actief (genoemd derde verwijzers: huisartsen, kinderartsen, jeugdartsen en de gecertificeerde instellingen). Dit betekent dat we niet direct invloed hebben op alle verwijzingen en indicaties naar de specialistische Jeugdhulp.
Een herindicatie is een gelegitimeerd moment in het proces om invloed uit te oefenen op de gewenste beweging richting lichtere (collectieve) vormen van ondersteuning in wijken en op scholen.

Met deze actie gaat het Sociaal Wijkteam samen met de betrokken zorgaanbieders verkennen of iedere jeugdige de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. Zo niet dan zal er een herindicatie plaatsvinden waarbij wordt gekeken naar de meest passende zorg.
De uitkomsten zullen gemonitord worden. Voor de uitvoering hiervan is extra capaciteit nodig; kosten daarvan bedragen € 30.000 voor 2019 (zie Berap 2019-2) en 2020.
(zie ook doel 2.1.1)

15. Bijgestelde realisatie Tiem (doel 2.2.1)

Begin 2019 was 94% van het pand van Tiem aan de Lingenstraat verhuurd. Door faillissement van één van de huurders zijn er onvoorzien verhuurbare meters kantoorruimte vrijgekomen. Deze worden momenteel actief onder de aandacht gebracht op de markt. Dit heeft nog niet geleid tot verhuur van deze ruimte. In 2019 bedraagt het totaal aan leegstandskosten € 90.000 (zie Berap 2019-2). Wel zien we positieve ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat in 2020 de ruimte bezet zal zijn. Maar vooralsnog houden we rekening ook voor 2020 rekening met een leegstandstekort van € 82.000. Dekking hiervoor is beschikbaar binnen de risicoreserve Tiem.
(zie ook doel 2.2.1)

16. Veilig Thuis IJsselland (doel 3.1.2)

Per 1 januari 2019 is de nieuwe Wet Meldcode van kracht geworden. Op grond van deze wet moeten meer professionals melden bij Veilig Thuis. Op grond van een Landelijke Impactanalyse was gerekend op een stijging van het aantal meldingen met 5%. Daarop is ook de extra bijdrage van het Rijk voor de effecten van de Wet Meldcode gebaseerd. In werkelijkheid is het aantal meldingen met 35% gestegen en het aantal adviesvragen met ruim 30%. De capaciteit bij Veilig Thuis IJsselland is duidelijk niet voldoende om de hoeveelheid meldingen aan te kunnen. Verschillende maatregelen zijn in gang gezet om zo goed mogelijk de nieuwe situatie het hoofd te bieden. De effecten van de ingezette maatregelen zullen echter niet op korte termijn tot resultaat leiden zodat voor 2020 extra lokale middelen nodig zijn van alle gemeenten in de regio IJsselland. Voor Zwolle betekent dit een extra bijdrage van € 286.828.
(zie ook doel 3.1.2)

17. Opvang slachtoffers mensenhandel (doel 3.1.2)

Als onderdeel van een landelijke regeling voor opvang van slachtoffers mensenhandel met multiproblematiek, heeft Zwolle extra middelen ontvangen vanuit het ministerie met de verplichting daarvoor een aantal plaatsen bij Kadera te subsidiëren. Voor 2019 (ingangsdatum 15 juli 2019) gaat het om een bedrag van € 92.398 (zie Berap 2019-2).
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft hiervoor een aanbesteding gedaan waar vanuit Zwolle het RIBW en Kadera aan hebben meegedaan. Kadera is in deze aanbesteding één van de door het ministerie gekozen organisaties die hun aanbod mogen realiseren. Zwolle ontvangt hiervoor de genoemde bijdrage. Naast de gemeente Zwolle zijn er vijf andere gemeenten die een bijdrage ontvangen om opvangplekken voor slachtoffers van Mensenhandel met multiproblematiek bij de geselecteerde organisaties te financieren. Het gaat vooralsnog om een periode van drie jaar, die aan het eind van de periode geëvalueerd wordt
(zie ook doel 3.1.2)

18. Opvang uitgeprocedeerde asielzoekers (DATO) (doel 3.3.3)

Het Rijk en de gemeenten hebben samenwerkingsafspraken gemaakt voor de ontwikkeling van Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen waar vreemdelingen zonder recht op verblijf of rijksopvang begeleid worden naar een bestendige oplossing in hun situatie, waarbij hen onderdak wordt geboden. Zwolle ontvangt voor dit vervolg op de rijksregeling bed bad brood in de jaren 2019 tot en met 2021 de volgende bedragen: € 132.000 in 2019, € 74.000 in 2020 en € 27.000 in 2021.
Deze middelen zetten we in 2020 en 2021 in voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers.
(zie ook doel 3.3.3)

19. Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI) (doel 4.1.1)

De Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI) is een samenwerkingsverband op het gebied van Inkomensondersteuning. Het is een vorm van samen organiseren, in dit geval de G4 met acht 100.000 plus gemeenten om zelf systemen te ontwikkelen en bouwen om minder afhankelijk van (enkele) aanbieders te zijn. Zwolle is eind 2017 toegetreden. Het GBI zal in de toekomst onder 'samen organiseren' van de VNG komen, waarmee voor de toekomst de rechtstreekse bijdrage vanuit deelnemende gemeenten komt te vervallen. Voor 2020 moet de bijdrage à € 82.000 aan de samenwerking nog worden voldaan.

(zie ook doel 4.1.1)

20. Digitale recherche (doel 4.1.1)

Door het inzetten van digitale rechercheurs kunnen we in fraudezaken digitale bewijzen opsporen. Deze specialistische kennis is nu niet aanwezig en daardoor zijn wij voor de inzet van digitale recherche afhankelijk van andere organisaties. Daarom wordt de formatie van het team handhaving in 2020 incidenteel met 1 fte uitgebreid voor het uitvoeren van de pilot digitale recherche binnen het sociaal domein. Kennis en vaardigheden van een digitaal rechercheur zijn nodig voor het in volle omvang onderzoeken van onrechtmatig gebruik van overheidsvoorzieningen.Bij de Perspectiefnota 2021 - 2024 volgt een plan voor een integrale aanpak handhaving Sociaal Domein waarin we een afweging maken t.a.v. structurele inzet van digitale recherche.

(zie ook doel 4.1.1)

21. Formatie sociale raadslieden (doel 4.3.1)

Op 12 juli 2017 werd het beleidsplan schulddienstverlening vastgesteld. Door de gemeenteraad werd in 2017 voor de jaren 2018 en 2019 € 210.000 per jaar toegekend voor laagdrempelige toegang tot schulddienstverlening. Om dit te realiseren is de toegang tot schulddienstverlening vanaf 2017 georganiseerd bij het Sociaal Wijkteam. Hiermee ontstaat er voor inwoners een laagdrempelig loket voor financiële ondersteuningsvragen. Schulddienstverlening en Op Orde benaderen problemen in samenhang met elkaar (integraal). Ongeveer 80% van de ondersteuningsvragen aan het Sociaal Wijkteam heeft een relatie met schulden.
Het team Schulddienstverlening voorkomt samen met Sociaal Raadslieden en Op Orde zoveel mogelijk dat inwoners schulden maken. Als er sprake is van schulden dan bieden SDV en Op Orde snelle, efficiënte en laagdrempelige ondersteuning, gericht op duurzame financiële zelfredzaamheid. wij continueren de inzet uit 2018 en 2019, waardoor ook in 2020 elk Sociaal Wijkteam een spreekuur kan aanbieden.
(zie ook doel 4.3.1)

22. Verkorten doorlooptijden schulddienstverlening (doel 4.3.2)

Dankzij extra (administratieve) capaciteit is een aanpassing doorgevoerd in de werkwijze rondom schulddienstverlening waardoor de doorlooptijden voor het uitwerken van een schuldregeling inmiddels verkort zijn: van 210 dagen in het eerste kwartaal 2017 naar 160 in het vierde kwartaal 2018. De normtijd is 120 dagen: na ondertekening van de overeenkomst moet binnen 120 dagen duidelijk worden of een schuldregeling voor een schuldenaar kan worden opgezet. Het streven is de doorlooptijd voor het uitwerken van een schuldregeling te verkorten naar de normtijd van 120 dagen. Stopzetten van de extra administratieve capaciteit betekent terugdraaien van de werkwijze en het oplopen van de doorlooptijden. De kosten voor het verlengen van de extra capaciteit bedragen € 75.000.
(zie ook doel 4.3.2)

23. Schulddienstverlening aan ondernemers (doel 4.3.2)

We constateren vaak financiële problemen binnen de groep startende ondernemers. Het is belangrijk dat kleine zelfstandigen met geldproblemen passende ondersteuning krijgen. Dit sluit aan bij ons economisch beleid; we willen hulp bieden aan ondernemers met financiële problemen in de gemeente Zwolle. Daarnaast heeft de nationale ombudsman gemeenten recent opgeroepen om aan haar wettelijke verplichting (wet gemeentelijke schuldhulpverlening) te voldoen om geen doelgroepen zoals zelfstandigen uit te sluiten.

Zelfstandigen met financiële problemen hebben maatwerk nodig bij schulddienstverlening. Ondernemers waaronder een ZZP'ers vormen een bijzonder doelgroep vanwege de complexiteit van de aanvragen met specifieke juridische en fiscale aspecten. Dat vraagt kennis en kunde waarover reguliere consulenten Schulddienstverlening niet beschikken. De middelen zijn voor de inzet van 1 fte specialistische kennis voor de duur van een jaar. We verkleinen hiermee de wachttijden voor ondernemers en daarmee de kans op faillissementen en verlies van werkgelegenheid.  
(zie ook doel 4.3.2)

24. Beschermingsbewind (doel 4.3.2)

In Nederland stonden in 2018 ruim 250.000 inwoners onder beschermingswind. Hiervan was 25% op grond van problematische schulden en verkwisting. Het beschermingsbewind is landelijk in de afgelopen vijf jaar gegroeid met 60%. Het aantal mensen in beschermingsbewind groeit nog steeds in lichte mate. De nieuwe instroom van bewinden was landelijk in 2018 ruim 33.000, waarvan ongeveer een derde schuldenbewind.
De mensen die onder beschermingsbewind staan en een laag inkomen hebben, krijgen van de gemeente bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Het huidige budget is niet voldoende om de kosten van beschermingsbewind op te kunnen vangen. Voor 2019 is in de Berap 2019-2 een knelpunt gemeld van € 125.000 en voor 2020 zal naar verwachting het tekort € 437.000 zijn (bij gelijkblijvende lasten).

Wij kunnen deze kosten slechts in geringe mate beïnvloeden. Door de VNG wordt al geruime tijd aandacht gevraagd voor dit probleem. Dit heeft zich vertaald in een wetsvoorstel waarbij de gemeente een adviesrecht aan de kantonrechter krijgt. We verwachten echter geen substantiële vermindering van de kosten op de korte of middellange termijn.
(zie ook doel 4.3.2)

25. Voedselbank (doel 4.3.2)

De gemeente en voedselbank streven naar een oplossing voor de financiële problemen. Problemen zijn ontstaan naar aanleiding van de eisen op het terrein van huisvesting en voedselveiligheid. Er loopt een onderzoek naar de mogelijkheden voor langdurige huisvesting van de voedselbank waarin alle opties worden vergeleken: koop of huur van bestaande bouw of nieuwbouw. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek is het nodig om voor 2020 een overbruggingssubsidie te verlenen. In lijn met het huidige beleid betreft dat een bijdrage van € 20.000 voor het jaar 2020. Deze bijdrage kan ten laste van de extra rijksmiddelen voor schulddienstverlening (mei-circulaire 2018).
(zie ook doel 4.3.2)

26. Erfgoedhotspot (doel 5.2.2)

In navolging op motie 33, zoals aangenomen bij het Voorjaarsmoment op 8 juli 2019, gaan archeologie, bouwhistorie en monumenten (zoals zichtbaar gemaakt in een Erfgoedhotspot) een belangrijk, integraal en onlosmakelijk onderdeel vormen van het nieuwe publieksconcept onder de vlag van Allemaal Zwolle. In de begroting 2020 zijn middelen beschikbaar gesteld zodat de nadere uitwerking van het concept in nauwe samenwerking met Allemaal Zwolle in 2020 kan plaatsvinden.
(zie ook doel 5.2.2)

27. Proeftuinen cultuur; hybride productiehuis (doel 5.3.1 en doel 10.1.1)

Het kabinet trekt in 2019 en 2020 € 4,0 miljoen uit om culturele vernieuwing in de stedelijke regio’s te stimuleren De regio’s zijn gevraagd een cultuurprofiel op te stellen met daarbinnen een proeftuin voor innovatie. Er is een cultuurprofiel stedelijke regio Zwolle opgesteld, met daarin een proeftuin Hybride Productiehuis. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een bedrag van € 400.000 toegekend. Daarnaast draagt de provincie Overijssel € 30.000 bij als extra stimulans.
De proeftuin Hybride Productiehuis richt zich vooral op jongeren en volwassenen met een afstand tot kunst en cultuur. Belangrijke pijler is de ontwikkeling van urban muziekstromen, zoals hiphop. Hiermee heeft de Regio Zwolle al een landelijke koppositie die wij verder willen versterken. Daarnaast wordt in de proeftuin theaterkunst verder ontwikkeld en wordt actief ingezet op vermenging, zodat hybriditeit en vernieuwing van kunst ontstaat. De proeftuin wordt een kweekvijver voor talent en draagt daarmee ook bij aan de verdere verspreiding van vernieuwing in het gehele land. Organisatorische dragers zijn Hedon en Zwolse theaters; het is echter nadrukkelijk de bedoeling dat de overige gemeenten in de Regio Zwolle (kunnen) meedoen en mee profiteren van de proeftuin.
(zie ook doel 5.3.1 en doel 10.1.1)

28. Programma Aanpak Stikstof (doel 6.1.3 en doel 7.3.4)

Naar aanleiding van de actualiteit rondom het dossier PAS en PFAS, bestaat er op dit moment veel onzekerheid over het verlenen van vergunningen, het voortzetten van projecten en bestemmingsplanprocedures. Zoals in de informatienota van 3 juli jl. aan de raad is vermeld, is de collectieve passende beoordeling via het Programma Aanpak Stikstof (PAS) door de uitspraak van de Raad van State komen te vervallen. De uitspraak van de Raad van State raakt alle activiteiten met stikstof depositie (agrarische activiteiten, vergunningen voor niet agrarische bedrijven, woning en utiliteitsbouw en infrastructurele activiteiten. Veel lopende vergunningaanvragen, projecten en woningbouwplannen worden nu aangehouden en pas behandeld wanneer nieuwe richtlijnen van rijk en provincie omtrent berekening en intern salderen bekend is. Zodra deze beschikbaar komen, dienen de nodige zaken (opnieuw) beoordeeld te worden en zullen ingediende berekeningen (opnieuw) getoetst moeten worden. Hiervoor wordt extra capaciteit beschikbaar gesteld. De extra inzet ramen wij in totaal op ongeveer 2 fte gedurende anderhalf jaar plus de inhuur van een extern adviesbureau voor het uitvoeren van berekeningen over de  eigen projecten. Dit betekent dat er een bedrag van € 170.000 wordt gevraagd in 2019 (zie Berap 2019-2) en een bedrag van € 250.000 voor de begroting 2020.
(zie ook doel 6.1.3 en doel 7.3.4)

29. Wonen met zorg (doel 6.2.2)

De samenleving verandert. We leven langer en blijven langer zelfstandig wonen. Beschikbaarheid van passende toekomstbestendige woonvormen, nieuwbouw of aanpassing van bestaande woningen, is een actueel vraagstuk. Daarbij is door wetwijziging en met de decentralisaties in het sociaal domein  een beweging op gang gekomen naar extramuralisering van de zorg (minder wonen in instellingen, meer zelfstandige woonvormen). Deze veranderingen vragen woonoplossingen met borging van (mantel) zorg en faciliteiten in de buurt. Uitgangspunt hierbij is wat mensen wél kunnen en wat ze nodig hebben om te kunnen (blijven) functioneren in de samenleving. Dit uitgangspunt vraagt om flexibiliteit en maatwerk en daarmee om een brede variatie aan geschikte woonvormen om deze beweging te realiseren. Het gaat bij deze beweging om een transitie in de samenleving  die meerdere jaren beslaat. Hiertoe worden een viertal sporen uitgewerkt:

  1. Regiekracht versterken:  vraagt een scherpe rol bepaling van de gemeente. Capaciteit wordt gevraagd voor de integratie tussen wonen en zorg in de organisatie en bij de ketenpartners en voor de ontwikkelopgave. De ontwikkelopgave vraagt om een programma, omdat het vraagstuk veel partijen, belangen en hele diverse aspecten en oplossingen kent. Uitgangspunt hierbij  is de realisatie van de hervormingsagenda Sociaal Domein.
  2. Samenwerking versterken: de netwerkorganisatie WWZ038 vraagt om vernieuwing en de samenwerking met het Concilium nog om invulling. De samenwerking met omliggende gemeenten vereist meer aandacht om de onbalans in zorgvraag en –aanbod in Zwolle te verminderen. Dit vraagt een duidelijke sturing vanuit de gemeente met daarin aandacht voor herijking van de  lange termijnstrategie met partners.
  3. Voorbereiding haalbare business cases en onderzoek: verkenning van kansen waarbij zorgopgave, woonopgave en wijkopgave met elkaar worden verbonden, zodat we komen tot haalbare business cases. De Ontwikkelstrategie Wonen is hiervoor het onderliggend kader voor business cases, gebaseerd op recent onderzoek.
  4. Opgang brengen van het vliegwiel voor verandering:  In het stimuleren van experimenten en het wegnemen van belemmeringen kan het effectief zijn om  (deels) te financieren, zodat innovaties worden gerealiseerd en in geval van belemmeringen hogere kosten kunnen worden voorkomen, bijv toegang krijgen tot reeds aangepast woning bij te laag inkomen, huismeester, lift in een appartementencomplex van4 hoog zonder lift zodat ouderen kunnen blijven wonen etc. Voorstellen in dit kader  worden hiervoor afzonderlijk bestuurlijk voorgelegd.  Nu wordt hiervoor geen financiële bijdrage gevraagd.

Deze opgave vraag om € 400.000 voor 2020 en 2021.
(zie ook doel 6.2.2)

30. Vitale wijken; blauw beheer (Katerveersluizen) (doel 7.1.3)

Voor de instandhouding van de  Katerveersluizen, dat een rijksmonument is, heeft het Restauratiefonds een subsidie toegekend zijnde 50% van de kosten. De totale subsidiabele kosten bedragen €116.666, verdeeld over de jaren 2017 t/m 2022. Het deel voor 2019 is niet in de begroting opgenomen en wordt bij deze geëffectueerd, betreft zowel kosten als baten.
(zie ook doel 7.1.3)

31. Regie op ondergrondse infrastructuur (doel 7.1.2)

Betere regie op de ondergrondse infrastructuur van kabels en leidingen (netwerklaag) is op korte termijn noodzakelijk. Nu al, maar zeker in de komende jaren krijgt Zwolle te maken met een aantal grote ontwikkelingen, zoals de energietransitie, de klimaatopgave, de uitrol van het 5G-netwerk, de woningopgave en de verdere verstedelijking van Zwolle. De omvang van ondergrondse kabel- en leidingnetten en het aantal graafactiviteiten zal daardoor de komende jaren enorm toenemen. Hierbij wordt door partners een stevige regierol vanuit de gemeente verwacht. De grote ontwikkelingen die de komende jaren op de ondiepe ondergrond afkomen, gaan echter nog vele jaren duren en dit leidt tot een structurele opgave. Voor de meerjarige financiële consequenties wordt een voorstel uitgewerkt bij de behandeling van de Perspectiefnota 2021-2024. Voor 2020 gaat het om € 52.500.
(zie ook doel 7.1.2)

32. Afval (doel 7.3.1)

We voegen € 1,0 miljoen als risicobuffer toe aan de voorziening afval, omdat er diverse onzekere factoren zijn die de exploitatie van het afval onder druk zetten. Nieuwe landelijke contractafspraken  omtrent het sorteren en vermarkten van PMD (plastic kunststofverpakking, metaal en drankenkarton) en de landelijke verhoging van de verbrandingsbelasting vanaf 2021 vallen naar huidige inzichten behoorlijk nadelig uit. De komende maanden verwachten wij onder andere via de ROVA inzicht te ontvangen over de werkelijke effect van de PMD-afspraken. Om toekomstige extra tariefstijgingen te voorkomen of te beperken is invoering van het spoor Belonen vanuit het Grondstoffenplan  noodzakelijk. Eind 2019 / begin 2020 volgt een nadere uitwerking van dat spoor Belonen.
Daarnaast is sprake van een risico op hogere verbrandingskosten; het huidige contract loopt halverwege 2021 af en is afgesloten in een tijd van overcapaciteit. Met de problemen bij AEB in Amsterdam is er momenteel echter een tekort aan capaciteit. Dit heeft effect op de prijzen in het nieuw af te sluiten contract.

In het voorjaar van 2020 verwachten we beter inzicht te hebben in de gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen en het (meerjarig) effect daarvan op het afvaltarief. Op basis daarvan zullen we het beleid voor de komende jaren verder vormgeven.
(zie ook doel 7.3.1)

33. Energiecontroles Omgevingsdienst (doel 7.3.4)

Het grootste deel van de landelijke energiebesparing moet worden gerealiseerd door bedrijven. Bedrijven dienen alle energiebesparende maatregelen te treffen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. Om op een eenvoudige wijze inzichtelijk te maken welke maatregelen en binnen deze verplichting vallen zijn erkende maatregellijsten opgesteld. Toezicht en handhaving op bedrijven die vallen onder de milieuwet en regelgeving is daarbij essentieel. In Zwolle gaat het om ruim 900 bedrijven die gecontroleerd dienen te worden.
De omgevingsdienst heeft met gelden van de provincie Overijssel en andere incidentele middelen invulling kunnen geven aan het adviseren en toezicht hier op. Deze middelen zijn voldoende voor het uitvoeren van de werkzaamheden tot het einde van 2019. Zonder extra middelen van de partners kan de omgevingsdienst na 2019 geen bijdrage meer leveren aan de energietransitie. Aangezien deze controles een effectieve bijdrage leveren in het verminderen van het energiegebruik stellen wij voor om voor 2020 een bedrag van € 70.000 en voor 2021 € 85.000 beschikbaar te stellen.
(zie ook doel 7.3.4)

34. 75 jaar vrijheid (doel 8.1.2)

De viering van 75 jaar vrijheid is uniek en kan maar één keer -in 2020- worden gemarkeerd. Het is voor de ‘oorlogsgeneratie’ de laatste mogelijkheid om mee te vieren. Deze overtuiging wordt in het hele land gedeeld en uitgedragen door het Nationaal Comité 4 en 5 mei. De viering van 75 jaar Vrijheid leeft sterk in Zwolle wat blijkt uit de vele plannen, initiatieven en ideeën.
Het is belangrijk dat partijen de krachten bundelen om tot een aansprekend, maar ook betekenisvol programma van en voor Zwolle te komen. Het programma komt in samenwerking met veel partijen tot stand. Met het accent op een waardige 75e
Bevrijdingsdag van Zwolle op 14 april (daags na Pasen), een eigentijdse respectvolle Dodenherdenking op 4 mei, een toegankelijk, inhoudelijk onderscheidend Bevrijdingsfestival op 5 mei en een passende markering van het einde van de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 2020 bij het eigen -landelijk unieke– Indië- en Nieuw-Guineamonument.

Dit alles vraagt een gemeentelijke investering van € 50.000. Het merendeel daarvan is bestemd voor de realisatie van het programma en de ondersteuning van de verschillende partijen in de uitvoering. De rest is bestemd voor personele capaciteit. Daarnaast wordt een bijdrage van € 10.000 van de provincie Overijssel verwacht. Ingrediënten van het programma op hoofdlijnen zijn:

  • Deelname landelijk lichtmonument Holocaustherdenking.
  • Excursie Westerbork basisonderwijs Zwolle.
  • Ambassadeurs van de Vrijheid Junior.
  • Bevrijdingsdag Zwolle 14 april: diverse activiteiten met accent op avondprogramma.
  • Herdenkingsplaquettes, Stolpersteine, tentoonstellingen, voorstellingen, lezingen.
  • Zwolse Veteranendag 5 mei: interactieve Vrijheidsmaaltijd en concert
  • Kwaliteitsimpuls Dodenherdenking 4 mei, Bevrijdingsfestival 5 mei en herdenking 15 augustus.

(zie ook doel 8.1.2)

35. Toegankelijkheid (gemeentelijke) stemlokalen (doel 8.2.1)

Het VN-verdrag 'handicap’ trad in Nederland op 14 juli 2016 in werking. Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Centrale begrippen in het verdrag zijn inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie. In het verdrag is aangegeven wat de overheid moet doen om ervoor te zorgen dat de positie van mensen met een beperking verbetert.

Sinds 1 januari 2019 is in artikel J4 van de Kieswet opgenomen dat alle stemlokalen toegankelijk moeten zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. Doel is dat zij bij verkiezingen zoveel mogelijk zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen. Tot die tijd moest de gemeente er voor zorg dragen dat tenminste 25% goed toegankelijk was voor kiezers met een beperking. Het 100% toegankelijk maken van stemlokalen is een groeimodel en zal in bepaalde gevallen moeilijk zijn.

Omdat de eerstvolgende reguliere verkiezing op 17 maart 2021 is (Tweede Kamer), willen we in 2020 aan de slag met de toegankelijkheid van de stemlokalen. Wij zijn daarbij (financieel) verantwoordelijk voor de stembureaus die in gemeentelijke gebouwen zijn gehuisvest. Daarnaast hebben de eigenaren / beheerders van de niet-gemeentelijk gebouwen daarin hun eigen verantwoordelijkheid. Zij zijn verzocht om hun lokalen voor 1 september 2020 te laten voldoen aan de wettelijke toegankelijkheidseisen. Daarvoor hebben we hen de rapportage van de ‘keurmeester’ van de stichting Ongehinderd ter beschikking gesteld.
Aan de hand van de rapportage van de ‘keurmeester’ van de stichting Ongehinderd blijkt dat er circa € 45.000 nodig is om de stemlokalen in gemeentelijke gebouwen aan de wettelijke toegankelijkheidscriteria te laten voldoen. Daarvoor willen we in 2020 – in samenwerking met Toegankelijk Zwolle – aan de slag. In het laatste kwartaal van 2020 laten we vervolgens een nieuwe schouw uitvoeren.
(zie ook doel 8.2.1)

36. Informatievoorziening (doel 9.1.3)

In de uitvoering van gemeentelijke taken is het belang van ICT de afgelopen jaren toegenomen. Ook in het communiceren en / of samenwerken met inwoners, ondernemers en partners in de stad is ICT onmisbaar.  Het is een vakgebied wat enorm in ontwikkeling is. Omdat door financiële beperkingen  niet meteen met alle nieuwe ontwikkelingen meegegaan kan worden, is een visie ontwikkeld. In de visie op Informatievoorziening is prioriteit gegeven  aan de thema’s: Informatiesamenleving, Samen Organiseren, Digitale Bedrijfsvoering en Digitale Veiligheid.
De informatiesamenleving vraagt om te investeren in onder andere meer data gedreven werken en realisatie van een Smartcity. Door mee te doen aan het landelijke programma Samen Organiseren wordt beoogd samen met andere gemeenten ontwikkelingen te realiseren waardoor kosten gedeeld worden en betere positie  te krijgen ten opzichte van softwareleveranciers.  De borging van de digitale veiligheid van de gegevens van inwoners en bedrijven vraagt om steeds meer maatregelen waarvoor middelen nodig zijn. Binnen de Digitale Bedrijfsvoering is er een trend ontstaan waarbij minder softwarepakketten worden aangeschaft naar structurele kosten voor gebruik van software met bijbehorende licenties (SaaS).

Gemeente Zwolle wordt al geruime tijd geconfronteerd met toenemende kosten op het gebied van ICT. Dit betreffen met name licentie- en contractkosten en onvoorspelbare indexeringen van software (zowel via het SSC ONS als bij software in eigen huis). Dit is een landelijke ontwikkeling waar ook andere gemeenten mee worden geconfronteerd en waarmee gemeenten de komende jaren geconfronteerd blijven.
Vanuit diverse invalshoeken is reeds onderzocht op welke wijze deze ontwikkeling te kenteren valt.
Echter, door de monopolistische positie van leveranciers krijgt gemeente Zwolle te maken met jaarlijkse prijsstijgingen van 7 a 8% waarmee de kostenstijging ver boven de jaarlijkse inflatie ligt. Daarnaast leiden nieuwe kostenposten ten gevolge van informatie-beveiliging en de mate waarin bepaalde software cruciaal is voor het functioneren van het ambtelijk apparaat ertoe dat het onmogelijk is om op korte termijn de kostenstijgingen te keren dan wel te absorberen binnen de huidige ICT-budgetten.

Ondanks het structurele karakter van de kostenstijgingen is een bewuste keuze gemaakt voor het beschikbaar stellen van incidenteel geld. Wij voelen de verantwoordelijkheid om de ICT kosten op lange termijn beheersbaar te krijgen, binnen de nieuwe context zoals hierboven geschetst. Echter, de problematiek is complex en op onderdelen niet c.q. zeer beperkt (financieel) beïnvloedbaar. Een werkgroep is ingericht om te onderzoeken op welke wijze op de lange termijn sturing gegeven kan worden aan de situatie. In de Perspectiefnota 2021 - 2024 wordt over dit dossier opnieuw gerapporteerd.
(zie ook doel 9.1.3)

ga terug