Structurele bestedingsvoorstellen

Structurele bestedingsvoorstellen

Als onderdeel van de Begroting 2020 zijn bestedingsvoorstellen met een structureel effect opgenomen. Het financiële effect van deze bestedingsvoorstellen is in onderstaande tabel opgenomen. Onder de tabel wordt ook de toelichting op het bestedingsvoorstel getoond. De incidentele bestedingsvoorstellen vindt u op de volgende webpagina.

Structurele bestedingsvoorstellen

2020

2021

2022

2023

1. Renovatie toplagen kunstgrasvelden

5.231

28.856

28.856

28.856

2. Lagere huurinkomsten brede school

45.000

45.000

45.000

45.000

3. Wmo-verstrekkingen (doorwerking volumegroei 2019)

950.000

950.000

950.000

950.000

    Beschikbare dekking vanuit stelposten

-950.000

-950.000

-950.000

-950.000

4. Wmo thuisondersteuning

-750.000

-750.000

-750.000

-750.000

   Inzet t.b.v. stelpost volumegroei

500.000

500.000

500.000

500.000

   Inzet t.b.v. taakstelling sociaal domein

250.000

250.000

250.000

250.000

5. Jeugd (volumegroei)

1.250.000

1.250.000

1.250.000

1.250.000

   Beschikbare dekking vanuit stelpost

-.1.250.000

-1.250.000

-1.250.000

1.250.000

6. Beschermd wonen

-350.000

-350.000

-350.000

-350.000

   Inzet t.b.v. lasten De Herberg

100.000

100.000

100.000

100.000

   Inzet t.b.v. taakstelling sociaal domein

250.000

250.000

250.000

250.000

7. Erfgoedhotspot

137.500

141.000

141.000

141.000

8. Aanpassen afschrijvingstermijn conserveren bruggen & tunnels

22.218

22.218

22.218

22.218

9. Vitale wijken; groen beheer (Engelse Werk)

10.633

10.633

10.633

10.633

    Dekking via rijksbijdrage

-10.633

-10.633

-10.633

-10.633

10. Bezuinigingstelpost beheer openbare ruimte

76.000

76.000

76.000

76.000

Totaal structurele bestedingsvoorstellen

285.949

313.074

313.074

313.074

1. Renovatie toplagen kunstgrasvelden (doel 1.2.3)

Bij de Begroting 2019 is een investeringskrediet verkregen van € 400.000 exclusief btw voor de vervanging van de toplagen van twee kunstgrasvelden (ZAC en Be Quick). Door marktwerking zijn de vervangingskosten van genoemde toplagen gestegen. De prijsstijging is onontkoombaar en wordt ook voorzien voor de komende jaren.

  • Investering 2019: In 2019 wordt alleen de toplaag van het veld ZAC vervangen. Hiervoor is een extra investeringskrediet nodig van € 46.500 exclusief btw. De hieruit voortvloeiende kapitaallast bedraagt € 5.231 en doet zich voor het eerst voor in 2020.
  • Investering 2020: Het veld BeQuick zal samen met de nog nader te bepalen twee overige velden in 2020 worden vervangen. Hiervoor is een extra investeringskrediet nodig per veld van € 50.000 exclusief btw.  

Daarnaast is het bij vervanging van de toplaag van de kunstgrasvelden mogelijk om circulariteit van materialen toe te passen. Daarbij moet gedacht worden aan hergebruik van instrooizand en infill alsook het gebruik van gerecyclede planken en andere materialen. Dit sluit aan bij de ambities om daar waar mogelijk circulariteit van materialen toe te passen. Hiervoor zal voor één veld extra budget ad € 60.000 exclusief btw beschikbaar worden gesteld voor het uitvoeren van circulariteit. In 2020 is in totaal een aanvullend investeringskrediet nodig van € 210.000 met een bijbehorende structurele kapitaallast vanaf 2021 van € 23.625.
(Zie ook doel 1.2.3)

2. Lagere huurinkomsten brede school (doel 1.3.2)

In verband met het afsluiten van een nieuw huurcontract met een marktpartij vallen de huurinkomsten Brede school per 1 januari 2019 € 45.000 lager uit. Het nieuw overeengekomen huurbedrag is marktconform. Het effect op 2019 is verwerkt in de Berap 2019-2 (€ 45.000).
(Zie ook doel 1.3.2)

3. Wmo-verstrekkingen (doorwerking volumegroei 2019) (doel 2.1.3)

De verstrekkingen binnen het domein Wmo laten in 2019 een forse toename zien. We zien een toename van het aantal rolstoelverstrekkingen. Dit heeft te maken met de demografische ontwikkeling dat ouderen steeds langer thuis wonen en steeds ouder worden. Deze laatste levensfase vraagt in toenemende mate om de inzet van specialistische voorzieningen waaronder de inzet van elektrische rolstoelen. Daarnaast zien we dat de levensverwachting van jongeren met beperkingen toeneemt en daarmee ook de vraag naar hulpmiddelen. Ook binnen de vervoersvoorzieningen zien wij een stijging. Dit is enerzijds het gevolg van technologische ontwikkelingen zoals de mogelijkheid van de inzet van een hulpmotor of elektrische trapondersteuning waardoor steeds meer hulpmiddelen bereikbaar worden voor een groep waarvoor deze voorzieningen eerst niet geschikt waren. Aan de andere kant is de stijging een gevolg van het abonnementstarief. Nu landelijk de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de Wmo is afgeschaft en er een vaste eigen bijdrage geldt van € 17,50 per vier weken, zien wij dat het beroep op de Wmo toeneemt.

Het aantal woningaanpassingen neemt toe, met name als gevolg van de toename van het abonnementstarief, het aantal ouderen dat thuis woont en de toegenomen levensverwachting van inwoners in combinatie met het feit dat we vaak geen geschikte en adequate woning kunnen bieden. Vanuit het Sociaal Wijkteam merken we dat het bestaande woningaanbod niet altijd geschikt is voor de Wmo-doelgroep. Als het aanbod van bestaande woningen beter zou aansluiten bij de vraag, leidt dit tot een afname van het aantal woningaanpassingen. Dit is een extra gemeente brede opgave.

De volumegroei in 2019 op de Wmo-verstrekkingen werkt door naar latere jaren. In de Begroting 2020 is het budget voor Wmo-verstrekkingen met € 950.000 verhoogd. De budgetverhoging vangen we op door inzet van de beschikbare concernposten voor volumegroei en de gevolgen van het abonnementstarief. Daarnaast hebben wij maatregelen opgenomen in een beleidsregel die in 2020 een besparing van € 200.000 moet opleveren. Het gaat hierbij om het meer algemeen gebruikelijk verklaren en het vaker toepassen van het primaat van verhuizen. 
(Zie ook doel 2.1.3)

4. Wmo thuisondersteuning (doel 2.1.3)

Het nieuwe inkoopmodel Wmo thuisondersteuning is per 1 juni 2018 gestart en we zien de gewenste positieve resultaten sneller dan verwacht. Naast deze positieve resultaten, zien wij binnen de thuisondersteuning een toename van de toekenningen op het resultaatgebied huishouden. Dit is een rechtstreeks gevolg van het invoeren van het abonnementstarief. Over de eerste helft van 2019 zien wij een toename van 250 cliënten en wij verwachten dat deze toename in de tweede helft van 2019 en 2020 verder zal doorzetten.

Als gevolg van cao-ontwikkelingen die door de algemene maatregel van bestuur reële tarieven direct van invloed zijn op de tarieven thuisondersteuning, de toename van het beroep op thuisondersteuning als gevolg van het abonnementstarief en de uitstroom uit beschermd wonen (langer zelfstandig thuis wonen) verwachten wij dat de kosten voor thuisondersteuning in 2020 zullen toenemen. Hierdoor verwachten wij dat de het behaalde besparingsvoordeel in 2020 lager uitvalt dan in 2019. Ondanks de genoemde ontwikkelingen verwachten we in 2020 een extra besparing te kunnen realiseren van € 0,75 miljoen. Deze besparing zetten we in om de eerste jaarschijf van de besparing op de collectieve voorzieningen ad € 0,5 miljoen in te vullen. Het restant ad € 0,25 miljoen zetten  in om de restantopgave sociaal domein (deels) in te vullen.
(Zie ook doel 2.1.3)

5. Jeugd (volumegroei) (doel 2.3.2)

In de Berap 2019-2 is de volumegroei voor jeugd in 2019 toegelicht. De toename van de zorglasten liggen in het top- en hoge middensegment (zware zorg, verblijf / GGZ). Het lijkt er op dat de uitstroom van jeugdigen hier stagneert en de kosten toenemen voor alle gemeenten in de regio IJsselland. Met de inzet van een relatiemanager voor de gemeente Zwolle, doorontwikkeling regionale inkoopmodel, herindicering top segment en verlengde jeugdzorg in Zwolle door Sociaal Wijkteam, regionale analyse op zorgaanbieders die overschrijden en aanscherping verwijzing derden stroom (huisartsen en GI) willen we vanuit de gemeente Zwolle kunnen sturen op de volumestijging in de jeugdhulp. De ingezette maatregelen hebben mogelijk pas in 2020-2021 effect op de afname van kosten in het top- en hoge midden-segment. Wij extrapoleren het stijgende volume uit 2019 naar 2020 en dekken dat uit de daarvoor bestemde concernpost volumeontwikkeling Wmo en jeugd.
(zie ook doel 2.3.2)

6. Beschermd wonen (doel 3.3.2)

Vanwege een hogere rijksbijdrage op het gebied van beschermd wonen, wordt er een financieel voordeel verwacht voor de regio IJssel-Vecht van ongeveer € 1,7 miljoen. Dit komt voor ongeveer € 500.000 ten goede aan gemeente Zwolle. In 2020 worden deze middelen deels gebruikt voor extra ZIN-plekken. Daarnaast gaan we met de deelnemende gemeenten in gesprek om het voordeel deels in te zetten voor de dekking van de extra kosten van De Herberg (voor Zwolle € 100.000) en om daarnaast een besparing van € 250.000 (deel Zwolle) op het budget beschermd wonen door te voeren, door een deel van de extra uitkering hiervoor in te zetten.
(zie ook doel 3.3.2)

7. Erfgoedhotspot (doel 5.2.2)

In navolging op motie 33, zoals aangenomen bij het Voorjaarsmoment op 8 juli 2019, gaan archeologie, bouwhistorie en monumenten (zoals zichtbaar gemaakt in een Erfgoedhotspot) een belangrijk, integraal en onlosmakelijk onderdeel vormen van het nieuwe publieksconcept onder de vlag van Allemaal Zwolle. In de begroting 2020 zijn middelen beschikbaar gesteld zodat de nadere uitwerking van het concept in nauwe samenwerking met Allemaal Zwolle in 2020 kan plaatsvinden.
(zie ook doel 5.2.2)

8. Aanpassen afschrijvingstermijn conserveren bruggen & tunnels (doel 7.1.2)

In de afschrijvingstabel wordt voor het onderdeel verfsystemen (conserveren geheel) een afschrijvingstermijn van 25 jaar gehanteerd voor bruggen en tunnels. Deze termijn dient bijgesteld te worden naar 12 jaar. In de markt wordt voor nieuwe bruggen 20 jaar aangehouden voor conservering, maar in Zwolle hebben we diverse oudere bruggen van voornamelijk staal. Deze dienen frequenter geheel geconserveerd te worden, bij sommige zelfs eens in de acht jaar. Met 12 jaar gaan we uit van een gemiddelde afschrijvingstermijn voor deze werkzaamheden.

Het effect op 2019 is verwerkt in de Berap 2019-2 (€ 22.218)
(zie ook doel 7.1.2)

9. Vitale wijken; groen beheer (Engelse Werk) (doel 7.1.3)

Wij hebben bij Het Restauratiefonds een aanvraag ingediend voor een subsidie instandhouding monumenten (Sim) 2018 voor het in stand houden van het Engelse Werk. De subsidie is voor meerdere jaren toegekend, in totaal gaat het om een subsidie van € 70.893, verdeeld over zes jaren t/m 2025. Dit is 50% van de totale kosten, de andere 50% komt uit de reguliere budgetten. Het gaat om € 10.638 aan hogere kosten die we uit deze subsidie bekostigen., waarvan het effect op 2019 is verwerkt in de Berap 2019-2).
(zie ook doel 7.1.3)

10. Bezuinigingstelpost beheer openbare ruimte (doel 7.1.3 en doel 10.1.1)

Er staat in de begroting al een jaar of zeven een bezuinigingsstelpost ad € 76.000 die niet ingevuld kan worden omdat het werkveld waar de bezuiniging betrekking op had, in 2012 is uitgeplaatst naar ROVA. Uitkomst van de besprekingen met ROVA was dat de bezuinigingsopdracht op het onderdeel Uitvoering groenonderhoud niet doorgezet kon worden naar ROVA. In 2012 is verzuimd om dit vervolgens formeel te regelen. De te realiseren stelpost staat op programma 10 en heeft betrekking op doel 7.1.3. Het effect op 2019 is verwerkt in de Berap 2019-2 (€ 76.000).
(zie ook doel 7.1.3 en doel 10.1.1)

ga terug