Risico's
Kasgeldlimiet
Met betrekking tot het beheer van renterisico’s zijn er wettelijke voorschriften. Zo wordt de maximale gemiddelde omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen en schulden in rekening courant mogen aangaan bepaald door de kasgeldlimiet. Kortlopende leningen zijn leningen met een looptijd korter dan 1 jaar. Het maximum wordt volgens de Wet Financiering decentrale overheden (FiDO) berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal. De totale omvang van het begrotingstotaal voor 2020 bedraagt € 568,1 miljoen. Derhalve bedraagt de kasgeldlimiet € 48,3 miljoen.
Omdat de korte rente doorgaans lager is dan de rente voor langere looptijden streven wij normaliter ernaar de kasgeldlimiet optimaal te benutten. Echter in de huidige situatie van negatieve rente voor langlopende leningen kan het soms verstandig zijn eerder leningen met een korte looptijd om te zetten in leningen met een langere looptijd. In het Treasurycomité zijn spelregels afgesproken voor het moment waarop we korte schuld omzetten in lange schuld (consolideren). Daarbij spelen rentevisie en de liquiditeitsprognose een belangrijke rol.
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben. Dat maximum percentage is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen.
Uit onderstaand meerjarig overzicht blijkt dat voor de komende jaren het bedrag aan renteherziening en herfinanciering beperkt is en er wordt dan ook geen overschrijding voor deze jaren verwacht. Naast deze norm kijken wij naar de meerjarige financieringsbehoefte om de looptijd van nieuwe langlopende leningen te bepalen.
Omschrijving | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|
Renterisico | ||||
1a Renteherziening opgenomen vaste schuld | 15.000.000 | 0 | 0 | 0 |
1b Renteherziening uitgezette vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 Per saldo renteherziening op vaste schuld | 15.000.000 | 0 | 0 | 0 |
3 Aflossingen | 3.249.000 | 11.645.000 | 21.694.000 | 19.009.000 |
4 Renterisico op vaste schuld | 18.249.000 | 11.645.000 | 21.694.000 | 19.009.000 |
Renterisiconorm | ||||
5 Begrotingstotaal | 568.065.765 | 568.065.765 | 568.065.765 | 568.065.765 |
6 Toegestane percentage ministeriële regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
7 Renterisiconorm | 113.613.153 | 113.613.153 | 113.613.153 | 113.613.153 |
8 Ruimte onder renterisiconorm | 95.364.153 | 101.968.153 | 91.919.153 | 94.604.153 |
ofwel renterisico in % van begrotingstotaal | 3,21% | 2,05% | 3,82% | 3,35% |
Risico verstrekte leningen
Hieronder vindt u een overzicht per categorie van de verstrekte geldleningen per 1 januari 2020 en 31 december 2020. Dit overzicht is zo opgebouwd dat hoe lager in het overzicht de verstrekte leningen staan, hoe hoger het risico is, waarbij alle verstrekte leningen wel binnen de toegestane kredietrisico’s vallen. De verstrekte leningen voldoen aan de eisen gesteld door de Wet Fido en het Treasurystatuut 2019 of zijn expliciet door uw Raad goedgekeurd. Dit geldt met name voor de verstrekte leningen aan de entiteiten met een publiek karakter en de overige instellingen.
Categorie | Verstrekt bedrag per | Verstrekt bedrag per |
---|---|---|
Bijstandsleningen | 2.452.000 | 2.377.500 |
Woningcorporaties | 12.181.626 | 11.211.060 |
Startersleningen via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland | 1.792.521 | 1.761.966 |
Overheid gelieerde bedrijven | 3.009.201 | 2.806.221 |
Karakter publieke taak | 4.061.527 | 3.937.249 |
Overige instellingen | 1.059.314 | 914.179 |
Totaal verstrekte leningen | 24.556.189 | 23.008.175 |