Financiering

Ontwikkelingen

Ontwikkelingen

Rentevisie

In 2019 zien wij een licht afnemende economische groei in ons land. Voor de Eurozone in zijn geheel zijn de ontwikkelingen een stuk gematigder. De groei is niet meer zo hoog als in eerdere jaren. Ook voor 2020 zijn prognoses voor de economische groei voor de Eurozone in z'n geheel wederom iets naar beneden bijgesteld. De toonaangevende centrale banken in de wereld (de FED in Amerika en de Europese Centrale Bank, ECB) hebben recent een complete switch gemaakt in de communicatie over het te voeren korte termijn rentebeleid. Waar eerder sprake was het vooruit schuiven van een eerste renteverhoging in de Eurozone naar een meer "neutraal renteniveau", is op 12 september de rente juist met 0,10% verlaagd naar -0,50%. Verdere renteverlagingen worden niet uitgesloten.

Het eind 2018 gestopte zogenaamde opkoopprogramma van obligaties (opkopen van obligaties drukt de lange rente), is op 12 september nieuw leven in geblazen. Vanaf 1 november 2019 gaat de ECB opnieuw additioneel obligaties tot een bedrag van € 20 miljard per maand opkopen, met de aanvulling "zolang als nodig is". De ECB wil er alles aan doen om de inflatie wederom aan te wakkeren, tot dichtbij maar beneden de 2%, deze is nu ver uit beeld.

In Amerika zagen wij net voor de zomer al een eerste renteverlaging, waarschijnlijk niet de laatste. De oorzaak van dit alles ligt in de wereldwijde economische onzekerheid, die gevoed wordt door mogelijke handelsconflicten, bijvoorbeeld tussen Amerika en China. Ook de Brexit blijft een rol spelen, een deal, uitstel tot? Nieuwe verkiezingen? Of toch een no-deal?

De rente van de ECB blijft op 0,0%, en om geld uit te lenen aan de ECB moeten partijen nu 0,5% betalen (voor banken geldt nu  een getrapt systeem). De 10-jaars rente staat nu op een niveau van -0,02%, maar blijft bewegelijk. Veranderingen van een handvol basispunten (basispunt is 0,01%) op een dag komen vaker voor dan in het verleden. Per saldo schatten wij voor 2020 de rente voor kortlopende leningen (<1jaar) serieus beneden 0% en de rente voor langlopende leningen tussen 0,0% en 1,0%.

In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risico's wordt er rekening mee gehouden dat de feitelijke rente anders kan verlopen. In de alinea over renterisicobeheer blijkt dat de kosten van een eventuele rentestijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de minimale spreiding die de wettelijk kaders voorschrijven. In de doorrekening van de begroting gaan wij uit van gemiddeld 0% aan korte rente in 2020. Bij de lange rente voor nieuw aan te trekken leningen gaan we uit van gemiddeld 1,0% in 2020. In de prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een zogenaamde liquiditeitstoeslag, die de afgelopen periode op het niveau van circa 0,1% bij een 10-jaars lening beweegt.

Overige ontwikkelingen

Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren streven wij er naar ook in 2020 geen geld onder te brengen in de schatkist.

Om de nationale schuld en het Nederlandse begrotingstekort te beheersen zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de gemeenten. Deze afspraken zijn in een wet vastgelegd, de zogenaamde Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën). Momenteel ontwikkelt de nationale schuld en het begrotingstekort zich gunstig. De middellange termijn doelstellingen tenderen naar een 0,5% structureel begrotingstekort geschoond voor de conjunctuur voor de gehele Nederlandse overheid (Rijk, Sociale fondsen, decentrale overheden, waaronder gemeenten, provincies en waterschappen). De afspraken voor de periode 2019 - 2022 zijn voor decentrale overheden 0,4% van het bruto binnenlands product per jaar gezamenlijk. Er zijn in de septembercirculaire 2018 individuele referentiewaarden voor schuldtekorten voor gemeenten vastgesteld; voor onze gemeente was dat voor 2019 € -18,84 miljoen. Zie ook de toelichting in de webpagina over het EMU-saldo.

Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Er zijn voor 2020 geen concrete voornemens en noodzaak tot inzet van rente-instrumenten.

De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door uw Raad op 1 april 2019 vastgestelde Treasurystatuut.