Weerstandsvermogen en risico's

Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Risico's

Kans hoog

Kans midden

Kans laag

0,75

0,5

0,25

1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's 

0

10.200

7.413

2. Algemene en specifieke opbrengstrisico's 

300

9.299

525

3. Open eind risico's 

8.289

5.094

2.603

4. Risico's bezwaarschriften en  Schadeclaims

5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen

312

0

9.669

6. Verzekeringsrisico's 

180

0

0

7. Risico's vergunningen

8. Risico's grondexploitaties 

3.629

9.492

1.184

9. Risico's kredietprojecten

1.286

1.119

1.057

10. Overige risico's

1.500

0

0

15.496

35.204

22.451

Kans op optreden

0,75

0,5

0,25

Verhouding hoog / midden / laag

33%

51%

16%

1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's

Renteramingen

De invloed van rentemutaties op onze begroting is met name gerelateerd aan de omvang van de kort geld financiering en de omvang van te herfinancieren langlopende leningen en van leningen waarvoor renteherziening gaat plaatsvinden. Voor de te financieren bedragen (financiering, herfinanciering en renteherziening) tot eind 2020 wordt uitgegaan van een rente van 1,2%. Voor de kortlopende leningen wordt uitgegaan van  0%. In de risicomatrix is het effect van 0,25% extra rentestijging verwerkt (post van circa € 0,25 miljoen, laag risico). De kans op tegenvallers ten aanzien van renteramingen neemt toe, vooral indien de volgende situaties zich gelijktijdig gaan voordoen: stijgende renteniveaus, afnemende omvang van financiering met eigen vermogen en toename en / of snellere besteding van verleende investeringskredieten

Loon- en prijsontwikkeling aan de uitgavenkant van de begroting

In de risicomatrix is het effect van 1% additionele stijging van lonen en prijzen voor de algemene middelen verwerkt (post van € 4,3 miljoen, midden risico). Daarnaast is er een risico dat als gevolg van het nieuwe pensioenakkoord (medio 2019) vanaf 2022 de pensioenpremies zullen stijgen.

Btw over straatparkeren

Momenteel speelt een juridisch dispuut over de vraag of gemeenten btw moeten afdragen over de inkomsten uit straatparkeren. Dit wordt tot nu toe niet gedaan. Inmiddels is een uitspraak hierover ter beoordeling voorgelegd aan de Hoge Raad, maar daar niet inhoudelijk beoordeeld. Indien een toekomstige uitspraak van de Hoge Raad leidt tot btw-heffing, heeft dit financiële gevolgen voor de parkeerinkomsten. De inkomsten uit straatparkeren bedragen jaarlijks ongeveer € 3 miljoen; 21% btw hierover is € 0,63 miljoen. Dit kan nog verminderd worden door inkoop-btw als voorbelasting in aftrek te brengen. Naast het risico dat met terugwerkende kracht btw verrekend kan worden, kan dit ook gevolgen hebben voor de heffing van vennootschapsbelasting.

Aanbestedingsnadelen

Bij de onderhouds -en vervangingsopgave binnen het beheer van de openbare ruimte geldt 'heel en veilig' als ondergrens. Uitgangspunt daarbij is een risicogestuurde en kostenefficiënte werkwijze. Als gevolg van marktomstandigheden (onder andere prijsstijgingen) kan het toch zijn dat geprogrammeerde werkzaamheden duurder uitvallen en niet binnen beschikbare middelen kunnen worden uitgevoerd. Indien als eerste beheersmaatregel niet getemporiseerd (of afgeschaald) kan worden -de minimale onderhoudsbehoefte ten behoeve van een veilige en leefbare openbare ruimte moet immers worden gerealiseerd en gestelde kwaliteitseisen moeten worden behaald- resulteert dit in tegenvallers. Deze tegenvallers als gevolg van veranderende -soms grillige- marktomstandigheden zullen daarom ten laste van de algemene middelen worden gebracht (na Berap melding).

Geothermie

Voor het onderzoek naar de mogelijkheden van Geothermie is (via hoofdaanvrager provincie Overijssel) Europese subsidie (ELENA) verkregen. Indien niet aan de bij de subsidieverstrekking behorende prestatieafspraken kan worden voldaan, kan de toegekende subsidie worden teruggevorderd. Voor de gemeente betreft het risico € 85.000. We schatten de kans laag in.

Vennootschapsbelasting (Vpb)

Overheden die winst behalen met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, vallen vanaf 2016 onder de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst bepaalt bij de beoordeling van de aangifte wat ondernemingsactiviteiten zijn en welke activiteiten voor een winstvrijstelling in aanmerking komen. Hoewel we de aandachtsgebieden in beeld hebben die met zeer grote zekerheid belastingplichtig gaan worden (slagboom-parkeren en grondexploitaties) is de exacte financiële impact (feitelijke belastingdruk) nog niet beschikbaar. De Belastingdienst heeft begin 2019 haar opvattingen kenbaar gemaakt gerekend vanaf 1 januari 2016. Wij zijn het niet eens met de toegepaste winstbepalingsberekening. Een formele belastingaanslag hebben wij nog niet ontvangen over 2016 (als eerste jaar). In afwachting van het vervolg houden wij voorlopig rekening met een risico van € 1 miljoen per jaar (over de periode 2016 - 2020) in de verwachting dat erin 2020 meer duidelijkheid komt over de verschuldigde belasting. We schatten de kans op midden.

Stedelijk Museum Zwolle

Voor de brand in het oude Stedelijk Museum Zwolle is een bedrag van de verzekering ontvangen. Maar het pand kent ook achterstallig onderhoud. Hiervoor wordt subsidie aangevraagd in het kader van monumentenzorg. Het is echter niet zeker dat deze verleend wordt. Het risico wordt ingeschat op midden, met een bedrag van € 600.000.

Brexit

De Brexit kan gevolgen hebben voor de Zwolse bedrijven, hun financiële situatie & investeringsruimte en wellicht ook de regionale arbeidsmarkt. Deze gevolgen kunnen effecten hebben voor de inkomsten en uitgaven van de gemeente Zwolle

Rechtspositie brandweervrijwilligers

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Brandweerkamer VNG heeft eind 2018 nader onderzoek plaatsgevonden over de rechtspositie van brandweervrijwilligers in relatie tot Europese- en internationale regelgeving. Er is een risico dat elementen in de rechtspositie van de brandweervrijwilligers in strijd zijn met de normen uit Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Europese hof. Dit vraagt nader onderzoek. In den lande circuleren percentages van 25 tot 40% als mogelijke meerkosten als gevolg van het omzetten van vrijwilligheid in een vorm van dienstverband. Voor IJsselland zou dat in de range kunnen liggen van € 1.000.000 – € 1.600.000 op jaarbasis bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau. Voor Zwolle is, als dit bedrag niet als taakstelling binnen de begroting van de Veiligheidsregio wordt opgelost, een bedrag van € 250.000 tot € 400.000.

Beschermd Wonen

Gezien de voordelen die ontstaan zijn bij beschermd wonen, waarvan een substantieel deel voor de periode 2018 - 2020 structureel (lijken te) zijn, is het risico-profiel met betrekking tot de uitgaven naar beneden bijgesteld. Bij beschermd wonen wordt weliswaar gewerkt met subsidiebeschikkingen met vaste bedragen, maar gezien de aard van het werkveld berekenen we een risico middels een open-eindregeling. De kans hierop wordt als laag ingeschat.

Nooterhof

In oktober 2018 is Landstede gestopt met het beheer van de Nooterhof. Voor 2019 is tijdelijke invulling gevonden. Mocht het niet lukken een nieuwe meer structurele partner te vinden die het beheer en de exploitatie op zich neemt, dan vervalt het beheer naar de gemeente Zwolle. Op basis van de ervaring van Landstede bedragen de jaarlijkse beheerkosten in een minimaal scenario € 80.000. Uitgaande van een kans van 50% dat het lukt een nieuwe exploitant te vinden, is er een risico van € 40.000 structureel.

2. Algemene en specifieke opbrengstrisico's

Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds.

De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling (accres) van de netto rijksuitgaven. Jaarlijks blijkt dat de ontwikkeling van het accres één van de grootste risicoposten voor de gemeente is. Bijstelling van de accressen voor de komende jaren  is een reëel risico. Daarnaast is er het risico dat er sprake is van onderuitputting op de rijksuitgaven van 2019. In de meicirculaire 2020 wordt de definitieve uitkomst over 2019 verwacht. Wij houden rekening met een structureel (midden) risico van 1%, zijnde € 3,7 miljoen.   

Algemene uitkering 1% verdeelrisico

Een ander reëel risico betreft de verdeelsystematiek van de algemene uitkering en enkele integratie-uitkeringen. Thans vindt er een breed onderzoek naar de verdeelsystematiek van het gemeentefonds als geheel. De uitkomsten worden in de loop van 2020 verwacht en gaan in per 2021. Het risico op afwijkingen is groot en kan zowel voor- als nadelig voor Zwolle uitpakken. Daarnaast  is jaarlijks sprake van bijstelling van de landelijke verdeelmaatstaven en is de uitkering mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven bij de andere gemeenten. In de risicomatrix is voor het verdeelrisico's een midden risicobedrag opgenomen van circa € 3,8 miljoen (1% structureel risico).

Sport: btw-vrijstelling

Vanaf 2019 is een wetswijziging omtrent de btw-sportvrijstelling doorgevoerd. Door wetswijziging komt het recht op vooraftrek van btw die aan gemeenten in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan de ter beschikking stellen van sportaccommodaties te vervallen. Het Rijk gaat de gemeenten voor dit nadeel compenseren via de nieuwe specifieke uitkering Sport. Naar de huidige stand van zaken is sprake van een hogere declaratie van de gemeenten dan het beschikbare budget bij het Rijk. Onduidelijk is of het Rijk zorgt voor een volledige compensatie. Voorlopig schatten wij het risico hoog in.

Btw-compensatiefonds als onderdeel van Gemeentefonds

De verrekening van de onder- of overuitputting op het btw-compensatiefonds wordt via het gemeentefonds met de gemeenten verrekend. Anders gezegd, als de gemeenten in gezamenlijkheid meer btw declareren dan er in het fonds aan budget wordt het tekort verrekend met het Gemeentefonds, leidend tot een lagere uitkering.

Inschatting terug te betalen gedeclareerde(compensabele) btw vanaf 2019

De Belastingdienst heeft voor de jaren tot en met 2018 in 2019 de controle afgerond. Het risico op terugbetalingen bij toekomstige controles schatten wij in op € 100.000 per jaar tegen een midden risico.

Bedrijveninvesteringszones

Ten behoeve van de bedrijveninvesteringszone in de binnenstad int de gemeente bij de betrokken ondernemers de heffing die vervolgens weer terugvloeit naar de uitvoerende stichting of vereniging. De gemeenteraad heeft besloten een minimale bijdrage toe te kennen. Dit betekent dat de gemeente verlies moet nemen wanneer de werkelijke inkomsten lager zijn  dan de minimale toegezegde bijdrage. Niet iedere belastingplichtige heeft echter op dit moment betaald. Naar verwachting zal ook hier niet het volledige bedrag geïnd worden. Een risicobedrag van € 75.000 met kans midden is opgenomen.

Volumerisico's opbrengstramingen

Volumerisico's doen zich voor bij de OZB en bij diverse eigen heffingen zoals bouwleges, leges burgerzaken, markt- / havengelden. Ook het volume van geraamde dividenden is te zien als een risicopost. Het risicodeel op deze posten is in de risicomatrix gesteld op 10% van de geraamde bedragen en heeft een structureel karakter. In de risicocalculatie is in totaal circa € 1,67 miljoen als risicobedrag opgenomen (als midden risico).

Programma Aanpak Stikstof (PAS)

De ontwikkeling omtrent de PAS (stikstof) kunnen ook behoorlijke effecten hebben op begrotingsposten die gevoelig zijn voor ontwikkelingen in de bouw. Bijvoorbeeld het gemeentefonds (accres, minder woningen/inwoners), OZB, bouwleges, grondexploitaties

Dividenduitkeringen

De gemeente ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen van een aantal verbonden partijen. In de risicocalculatie wordt rekening gehouden met een daling van 10% van de dividenduitkeringen.  

Minderopbrengst OZB verzorgingstehuizen

Door recente jurisprudentie is onduidelijkheid ontstaan hoe om te gaan met de woondelenvrijstelling bij verzorgingstehuizen. In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is uitgemaakt dat er veel eerder sprake is van het moeten heffen tegen woningtarief in plaats van het niet-woningtarief. Dit betekent dat geen gebruikersaanslag meer wordt opgelegd en bovendien dat de eigenarenaanslag tegen een lager tarief wordt opgelegd. Daarnaast is er een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam geweest die de oude lijn in de jurisprudentie handhaaft. Hierbij heeft de gemeente Zwolle zich aangesloten. In 2017 en 2018 hebben hiervoor in Zwolle geen procedures gelopen. We blijven dus vooralsnog de vrijstelling toepassen zoals we al deden. In de risicocalculatie is € 0,35 miljoen als laag risicobedrag opgenomen.

Omgevingsvergunningen / reisdocumenten / rijbewijzen

De Omgevingswet, private toets omgevingsvergunning, pilot digitaal aanvragen rijbewijzen en digitaal aanvragen reisdocumenten zijn ontwikkelingen die gevolgen (kunnen) hebben voor de dienstverlening van Zwolle aan haar burgers en bedrijven. Dit kan zeker ook gevolgen hebben voor de inkomsten en kosten van de gemeente. Of zich dit gaat voor doen en wat de omvang hiervan is kunnen we nu nog niet aangeven. Daarom is dit meegenomen als pm-post.

3. Open eind risico's

Participatie wet inkomensdeel

Gemeenten voeren de bijstand in medebewind uit. Gemeenten ontvangen hiervoor een budget van het Rijk via een specifieke rijksuitkering (BUIG). Het aantal bijstandsgerechtigden is de afgelopen periode vrij stabiel gebleven. We verwachten dat dit ook de komende periode ook zo blijft. De rijksuitkering BUIG is in april 2019 door het Rijk met € 1,4 miljoen verlaagd waardoor het tekort op de bijstandsuitgaven is opgelopen naar € 4,4 miljoen. De ondergrens van de Vangnetregeling van 7,5% wordt door het hogere tekort overschreden zodat  voor een bedrag van € 0,5 miljoen een beroep kan worden gedaan op deze regeling. Per saldo zal de raming voor rijksuitkering BUIG in de begroting 2020 met € 0,9 miljoen worden verlaagd. In september 2019 wordt door het Rijk het voorlopige budget 2020 bekend gemaakt. Dit kan mogelijk weer leiden tot een bijstelling. Het maximale risico op de BUIG bedraagt € 4,6 miljoen bij een tekort van 12,5% van het Rijksbudget of meer. Voor de risicomatrix wordt uitgegaan van het verschil tussen het bedrag van de raming en het maximale risico. Dit bedrag is in de risicomatrix opgenomen met als risicoweging midden.

Minimabeleid

Het minimabeleid bestaat uit diverse open einderegelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. Het grootste financiële risico wordt gelopen op de vergoedingen voor beschermingsbewind. Deze zijn de afgelopen jaren flink gestegen naar € 2,0 miljoen. In de begroting is ter dekking van deze kosten € 1,7 miljoen structureel geraamd. Voor de resterende € 0,3 miljoen zijn maatregelen genomen. Voor het overige is het totaal van de budgetten voor minimabeleid op niveau en de weging van het risico in de risicomatrix laag.

Leerlingenvervoer

In de risicomatrix is voor leerlingenvervoer een risicopost opgenomen met als weging laag.

Wmo

De volgende onderdelen beschouwen we als open eindregeling: Wmo, thuisondersteuning, dagbesteding. We berekenen deze conform de spelregels van open eindregeling. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ), toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen uit gerechtelijke uitspraken, etc. komen vooral hierin tot uitdrukking. In 2019 zien we een toename in de Wmo-verstrekkingen mede door het abonnementstarief, dit leidt er toe dat we het risico voor 2020 op hoog laten staan. Voor thuisondersteuning zien we in 2019 een toename in aantallen door het abonnementstarief., waarbij we verwachten nog wel binnen de begroting te blijven. Op dit moment nog geen verhoogd risico.

Eigen bijdrage

De inkomsten uit eigen bijdrage zijn in 2020 aangepast op basis van werkelijke cijfers en de invloed van het abonnementstarief. Ook in 2020 zien we een hoog risico eigen bijdrage vanwege de invoering van het abonnementstarief.

Jeugd

De taken die de gemeente uitvoert in het kader van de jeugdwet is onderverdeeld in  GGZ, J&O, PJZ, PGb, Lvb, en LTA. De diverse bekostigingssystematiek en de verschillende toegangen bemoeilijken de budget beheersing.  

Arbeidsparticipatie

Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten en de bijhorende budgetten overgegaan naar Tiem waaronder ook het budget voor het realiseren van werkplekken voor beschut werk. Hiervoor geldt een wettelijke taakstelling. Het budget dat hiervoor van het Rijk wordt ontvangen is ontoereikend voor het realiseren van de wettelijke taakstelling. Zolang de feitelijke realisatie achterblijft bij de wettelijke taakstelling is dit een risico omdat de werkelijke kosten nu nog wel binnen het rijksbudget passen. De weging van het risico is laag.

Sociale werkvoorziening

Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifiek uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Het rijksbudget waaruit de salarissen van de SW-medewerkers worden voldaan is ontoereikend. In de begroting 2020 is voor dit tekort € 2,5 miljoen structureel opgenomen. Bij de meicirculaire 2020 zal blijken of dit voldoende is.
Tevens zien we dat de kosten van de uitvoering van de Wsw dienstverlening oplopen. De ontwikkeling die we zien, is dat het steeds moeilijker wordt om de SW-medewerkers die beschut binnen werken, te detacheren. Beschut binnen kent een hogere inkoopprijs dan detacheren. De uitgaven voor de uitvoering van de Wsw zijn in 2020 naar verwachting hoger dan geraamd. De weging van het totale risico salarissen Wsw en uitvoering Wsw is midden.

Kwijtschelding

De risico’s bij kwijtschelding zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op PM gesteld. Gevolg van de toename van de kwijtschelding is wel dat het bedrag dat ten laste komt van afval sterk is toegenomen. Hiermee neemt ook het bedrag toe van de inwoners die wel afvalstoffenheffing betalen.

4. Risico's bezwaarschriften en schadeclaims

In de vertrouwelijke risicoparagraaf wordt een overzicht gegeven van ingediende bezwaarschriften en planschadeverzoeken. Een aantal verzoeken zijn recent afgewikkeld via besluitvorming en zijn dus geen risico meer. Voor nog lopende zaken zal de onafhankelijke schadebeoordelingscommissie komen met een conceptadvies waarop beide partijen een reactie mogen geven. Na het uitbrengen van het conceptadvies door deze commissie is er meer zicht op de te verwachten uit te betalen bedragen. Deze komen als regel niet ten laste van de algemene middelen.

5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen

Tiem

De gemeente is 100% eigenaar van de aandelen van de Tiem (was tot 1 januari 2019 Wezo NV). De gemeente Zwolle staat bij de BNG voor € 15,0 miljoen garant voor alle korte en langlopende geldleningen van de BV. Het saldo aan vaste geldleningen per 31/12/2018 bedroeg € 5,37 miljoen en aan rekening courant € 3,97 miljoen; totaal € 9,34 miljoen. Er is sprake van enig risico, ingeval dat de BV niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Daar staat tegenover een zekerheidstelling in de vorm van onderpand van al het onroerend goed van de BV (getaxeerde marktwaarde 2012 € 10 miljoen).
De belastingdienst heeft nog geen duidelijkheid kunnen geven over het fiscale regime van Tiem. Zowel niet als het gaat om de nieuwe taken op het gebied van arbeidsparticipatie als voor de bestaande taken met betrekking tot de Wsw.  Het risico is hoog dat (een deel) van de btw of door Tiem of door de gemeente niet verrekenbaar zal zijn. Omdat dit een landelijk vraagstuk is wordt op dit moment door onze inspecteur gewacht op landelijke richtlijnen voor hij hierover een definitief standpunt inneemt.

Deelnemingen in aandelenkapitaal

De gemeente Zwolle participeert in een aantal, overheid-geliëerde, bedrijven.I n de vorm van deelname in het aandelenkapitaal geschiedt dit ultimo 2018 tot een bedrag, onze boekwaarde, van circa € 1,0 miljoen. Deze aandelen zijn niet vrij verhandelbaar. In het algemeen is de werkelijke waarde van dit aandelenkapitaal op dit moment aanzienlijk hoger. Er zijn geen redenen die doen twijfelen aan een ongestoorde voortgang van betreffende bedrijven. Derhalve is het risico op deze deelnemingen vrijwel nihil.

Verstrekte lening aan veiligheidsregio.

Midden 2019 was de schuldrest bijna € 4 miljoen. Jaarlijks vinden er aflossingen plaats. In de loop van 2022 zal het dan nog uitstaande bedrag van ruim € 3,7 miljoen worden verrekend met de terugkoop van de kazerne aan de Middelweg.

Verstrekte leningen woningcorporaties.

Het betreft leningen aan woningcorporaties c.a. De schuldrest per midden 2019 bedraagt ruim € 12,2 miljoen. Dit bedrag wordt jaarlijks lager vanwege reguliere aflossingen. Een eerste analyse van de  financiële kengetallen van onze corporaties geeft aan dat zij keurig aan de normen van het WSW voldoen. Deze geldleningen vallen onder de vrijwaring door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dat betekent dat, indien het WSW in financiële problemen geraakt, nadat ook haar garantievermogen is aangesproken, de gemeenten, samen met het Rijk bijdragen in een achtergestelde lening aan het WSW.  De nieuwe Autoriteit Woningbouwcorporaties heeft de corporaties financieel beoordeeld. Dit leidde niet tot opmerkingen dan wel interventies bij onze corporaties. Het risico ter zake kwalificeren we als gering (als PM verwerkt).

Verstrekte leningen als economische deelnemingen

Ultimo 2018 bedraagt de schuldrest circa € 3,7 miljoen van verstrekte, achtergestelde leningen, in het kader van economische deelneming aan bedrijven met een karakter van publieke taak (energie, water, afvalverwijdering). Beperkt risico op deze leningen blijft altijd aanwezig.

Verstrekte leningen bijstand

Als PM-risico opgenomen in de matrix. Voor wat betreft de verstrekte leningen in het kader van bijstand (c.a. € 2,6 miljoen per eind 2018) ligt  het risico volledig bij het Rijk.

Verstrekte leningen lokale organisaties

De overige schuldrest van ruim € 1,5 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen uitgestelde betaling in verband met verkoop Ecodrome, hierbij is een recht van 1ste hypotheek op het verkochte ten behoeve van de gemeente gevestigd. Daarnaast loopt er lening in aan Odeon; dit betreft terugbetalingsregeling over teveel ontvangen subsidie van bijna € 0,6 miljoen. Betreft verder leningen verstrekt aan enkele organisaties op het terrein van de sport en aan particulieren voor riolering en ten behoeve van zonnepanelen aan scholen. Ten aanzien van laatstgenoemde schuldrestanten ligt het risico voor het tijdig ontvangen van rente en aflossing volledig bij onze gemeente. Ons zijn op dit moment geen signalen bekend van betrokken organisaties en / of particulieren die niet aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen.In de matrix is een laag risico opgenomen. Tevens zijn er nog vorderingen op twee gemeenten in verband met de overname van de WEZO door ons, het risico hierop achten we nihil. Naast voorgaande leningen verstrekken we nog leningen ten behoeve van doelgroepen, die volledig worden gedekt ten laste van respectievelijke stimuleringsfondsen. Risico hierop achten we gering, derhalve PM-risico opgenomen.

Leningen via stimuleringsfonds volkshuisvesting

De leningen (restant schuldrest ultimo 2018 ruim € 1,8 miljoen) die middels het SVN (Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederland) zijn verstrekt, gaan allen met NHG-garantie. Mocht het onverhoopt tot een gedwongen verkoop komen, dan kan het SVN een beroep doen op die NHG. Het eigen risico hierbij is 10% voor het SVN. Zij hebben een kapitaalbuffer voor die 10%. Voor onze gemeente is het dus een latent risico.

Garantie leningen aan woningcorporaties

Een schuldrestant van bijna € 713 miljoen betreft de garantie van leningen aan woningcorporaties en landelijk toegelaten instellingen. Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ten aanzien hiervan hebben deelnemende gemeenten, samen met het Rijk, een achtervangfunctie (zie boven). Het WSW is afgelopen jaar eerder aangesproken om bij te dragen aan de oplossing van financiële problemen van enkele corporaties. Het eigen vermogen is enigszins onder druk komen te staan en de borger (achtervang door Rijk en Gemeenten voor elk 50%) kan sneller in beeld komen. Er wordt gewerkt aan een verbetering van de vermogenspositie (in brede zin) van het WSW in nauw overleg met BZK en VNG, daarbij is een mogelijke eerste stap om obligo te innen bij alle deelnemende corporaties. Wij schatten in dat hiermee afdoende maatregelen worden getroffen, zodat het risico voor ons op PMkan blijven staan.

Garantie leningen via nationale hypotheek garantie

Een schuldrestant van  € 889 miljoen betreft garantie van hypothecaire leningen aan particulieren in het kader van woningbouw cq. woningverbetering. Het risico over deze categorie leningen is in de risicomatrix als PM-post verwerkt. Het betreft leningen die t/m 2010 via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), aan inwoners van onze gemeente zijn verstrekt. Het Rijk en de gemeenten vervullen ook hier de achtervangfunctie; zij kunnen ieder voor 50% worden aangesproken op financiële tekorten van dit waarborgfonds, voor zover het betreft leningen die t/m 2010 onder deze garantie zijn verstrekt.  Met ingang van 2011 staat het Rijk zelfstandig volledig garant voor alle vanaf dan verstrekte leningen.

Overige garanties hypothecaire leningen woningen

Ruim € 5,0 miljoen hiervan betreft oude garanties ten behoeve van particulieren ten aanzien waarvan we het risico zeer gering achten. De stijging van de huizenprijzen in de loop der jaren moet ruim voldoende geweest zijn, bij (gedwongen) verkoop in voorkomend geval, het schuldrestant van meestal ‘slechts’ enkele tienduizenden euro’s, te dekken. Het schuldrestant van door onze gemeente gegarandeerde geldleningen verstrekt aan particulieren door het Nationaal Restauratiefonds (NRF),  bedraagt € 0,5 miljoen. In totaal is sprake van 19 betrokken particulieren. Onze gemeente kan aangesproken worden voor de helft van het totale schuldrestant ofwel € 0,25 miljoen.

Gemeentegarantie dierenasiel

Het risico ten aanzien van het dierenasiel schatten we op laag in.

Gemeentegarantie stichting kringloop (exclusief huurcontract)

Het risico ten aanzien van stichting Kringloop schatten we op laag in.

Garanties sportsector (exclusief PEC)

Een schuldrestant van circa € 2,2 miljoen aan diverse sportverenigingen. Wij beschouwen het risico met betrekking tot deze garanties als laag. Wij zullen jaarlijks de jaarrekeningen van deze verenigingen beoordelen.

Garantie PEC Zwolle

Het risico ten aanzien van de garantie aan PEC Zwolle blijft laag ingeschaald. De exploitatie, mede door de maatregelen uit het meerjarig Plan van Aanpak is verbeterd. De vermogenspositie van PEC is tevens verbeterd. Dit wordt ook door de KNVB bevestigd, PEC blijft in categorie 2, de status is voldoende. Per 1 juli is het garantie bedrag verlaagd met 3 ton, conform contract

Garantie SWZ ten behoeve van verbouw voormalig Jenapleinschool

Laag risico, de gemeente heeft recht van eerste hypotheek, betaald huur ten behoeve van aflossing.

Garantie ten behoeve van Stadkamer, in verband met inrichting

Laag risico. De gemeente heeft tevens een subsidierelatie.

6. Verzekeringsrisico's

Met name bij voorzieningen in de openbare ruimte is er sprake van een risico op financiële schade die niet door een verzekering wordt gedekt. In dit verband zijn vooral de volgende risicogebieden te noemen: onderhoud wegen, verharding, bruggen, verlichting, bebording, gladheidbestrijding, onderhoud havens, watergangen, bermen, onderhoud bomen, speelwerktuigen,  riolering, kabels en leidingen in de openbare ruimte. De gemeente is verzekerd voor die gevallen, waarin de gemeente naar derden onrechtmatig handelt, of in het geval van wegbeheer, wegmeubilair een gevaarlijke situatie laat ontstaan of heeft laten ontstaan. Voor wegbeheer, leidingbeheer geldt risico aansprakelijkheid, hetgeen betekent dat als er zich een gevaar voordoet en men hiervan schade lijdt, de gemeente in beginsel aansprakelijk is. Voor zaak- en letselschade is het eigen risicobedrag € 5.000 per gebeurtenis. Voor vermogensschade is dit € 12.500 per gebeurtenis.
Onveilige situaties kunnen bij ons onbekend zijn. Zodra wij er kennis van nemen, worden deze met voorrang opgeheven. Het relatief beperkte budget voor structureel onderhoud van onder andere elementenverhardingen zou risicoverhogend kunnen werken. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. In de afgelopen jaren hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. De gemeente is eigen risicodrager waar het gaat om technische kunstwerken (tunnels, viaducten etc.). Alle technische kunstwerken worden minimaal eens per 2 jaar geïnspecteerd op de aspecten heel en veilig. De parkeerapparatuur van de gemeentelijke parkeergarages/terreinen is onder de brand- c.q. uitgebreide gevarenverzekering meegenomen. De betaalautomaten voor straatparkeren zijn niet verzekerd. In de budgetten is een post opgenomen voor kosten van vandalisme/schade.

Onderverzekering inventaris speciaal en voortgezet onderwijs.

De gemeente heeft de kosten van de eerste inrichting als verzekerde waarde inventaris verzekerd.  De vraag is of dit wel voldoende is en of er geen sprake is van onderverzekering. De data-inventarisatie hiertoe heeft vertraging opgelopen. Verwachting is dat dit begin 2020 geheel is afgerond.   

Onderverzekering inventaris kantoorpanden

Inventaris kantoorpanden moeten nog worden getaxeerd, inclusief de gevolgen van de aanpassing van het stadskantoor en stadhuis. De verwachting is dat begin 2020 is afgerond.

Nieuwe aanbesteding brandweerverzekeringen

De brandverzekeraars willen het contract niet verlengen en hebben het contract opgezegd. Dit betekent dat de brandverzekering dit jaar Europees wordt aanbesteed. Er zijn niet veel verzekeraars meer op de markt. De verzekeringsmarkt staat onder grote druk. De verwachting is dat de premie tussen de 15% en 30% zal stijgen. Afgezien van een effect op het rekeningresultaat zullen de zeer waarschijnlijk stijgende lasten worden meegenomen in de beleidscylus 2020.

7. Risico's vergunningen

Zie vertrouwelijke risicoparagraaf.

8. Risico's grondexploitaties

Zie vertrouwelijke risicoparagraaf.

9. Risico's kredietprojecten

Zie vertrouwelijke risicoparagraaf.

10. Overige risico's

Ziektes en plagen groenbeheer

De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er altijd sprake van een onderhoudsopgave. Het bestand van de kleine straatbomen 'vergrijst'. In de komende jaren wordt een deel planmatig vervangen op basis van het Meerjarenopgavenplan (MJOP).

  • Iepen, kastanjebomen, populieren en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen. De schade als gevolg van de Kastanjebloedingsziekte neemt toe. Bij monumentale bomen worden maatregelen genomen om de boom waar mogelijk te sparen. Andere zieke bomen worden gekapt en vervangen.
  • De potentiële risicobomen met betrekking tot veiligheid worden om de 2 jaar geïnspecteerd (VTA-inspectie); de risicobomen met een hoog risicoprofiel worden elk jaar geinspecteerd. Op basis van de inspectie wordt snoei toegepast en wordt het meerjarige vervangingsplan opgesteld.  
  • De kosten voor bestrijding van de eikenprocessierups blijven hoog en groeien nog. Dit bleek in 2019 ook waarbij in totaal 200.000 euro nodig was voor de bestrijding van de eikenprocessierups. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. De verspreiding hangt sterk af van de weersomstandigheden.
  • Tot de zomer van 2019 zijn als gevolg van de Essentakkensterfte bijna 2.000 essen gekapt en grotendeels herplant met andere soorten. Jaarlijks worden de resterende circa 7.300 essen in de straten geïnspecteerd en wordt bepaald welke zieke essen gekapt of gesnoeid moeten worden. Uit de inspectie die in de zomer van 2019 is uitgevoerd blijkt dat de ziekte doorzet maar dat het aantal te kappen bomen veel kleiner is dan in 2018. De essen in de bosgebieden worden ook geïnspecteerd en indien nodig worden ook maatregelen genomen. De aanpak kan voor een deel worden opgevangen binnen de al beschikbaar gestelde extra budgetten en de reguliere Vervangingsinvesteringen BOR en een deel niet.
  • De overlast door “lekkende bomen” blijft groot. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan 'druipen'.  Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast. Alleen bij extreme hinder worden maatregelen genomen.
  • Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn.                                                                                                                                               Het risico op overschrijdingen op het product “ziektes en plagen” ramen wij als pm-post en maakt onderdeel uit van de algemene risicopost van € 1,5 miljoen (voor alle pm-posten)."

Japanse Duizendknoop

De Japanse Duizendknoop is een invasieve exotische plant. De wortels kunnen in potentie schade toebrengen aan funderingen van gebouwen, dijken en civiele kunstwerken. De plant is moeilijk te bestrijden. In 2018 is we een inventarisatie uitgevoerd van het aantal en de omvang van de groeiplaatsen in de openbare ruimte. Er zijn daarbij circa 150 groeiplaatsen geconstateerd, los van groeiplaatsen op particulier terrein en ontwikkellocaties. Bij de perspectiefnota 2020-2023 zijn middelen voor de bestrijding beschikbaar gesteld, te weten 200.000 euro voor 2020 en 200.000 euro voor 2021. Het risico op meerkosten wordt als pm post opgenomen.

Bedrijfsvoering

Binnen het programma Bedrijfsvoering spelen zich diverse risico's af die binnen de context van het programma beheerst worden en bij optreden zoveel mogelijk financieel geabsorbeerd. Van het desbetreffend management verwachten we adequate risicobeheersingmaatregelen.
De beheersing van de loonsom, in relatie tot de werkdruk, blijft een aandachtspunt. Overschrijdingen kunnen optreden.
In toenemende mate wordt het steeds moeilijker om goed gekwalificeerd personeel aan te trekken om bij de gemeente Zwolle te werken. In specifieke functies is al sprake van krapte en deze krapte zal naar verwachting toenemen. We voeren hiertoe actief beleid.
Door de toename van het gebruik van ICT neemt ook de kans toe dat er risico’s optreden met betrekking tot de continuïteit en beschikbaarheid van ICT. Voor Zwolle geldt dat de kans op storingen in applicaties en/of netwerken ertoe kan leiden dat gemeente Zwolle haar dienstverlening naar inwoners en medewerkers niet kan garanderen.
Met betrekking tot de verwerking en beheer van persoonsgegevens bestaat het risico dat er (menselijke) fouten gemaakt worden en/of onvolkomenheden worden geconstateerd door toezichthouders.
Door de toename van het gebruik van ICT en de digitalisering lopen we ook in toenemende mate risico op het gebied van informatieveiligheid. De kans op en de impact van datalekken en/of hacken kan de gemeente Zwolle kwetsbaar maken.
Vanuit de implementatie van de AVG bestaat het risico op het niet juist toepassen van het beleid en daarmee boetes. Deze boetes kunnen erg hoog zijn en de kans erop moeilijk in te schatten.
Daarnaast kunnen er beheersmatige risico's optreden als onvolledige personeelsdossiers in geval van ontslagprocedures of controles loonbelasting, fraude,  niet voldoen aan archiefwet etc.